Nieuwe denkkracht

Beste ouders/verzorgers,

Nederlandse jongeren werden lange tijd gezien als de gelukkigste ter wereld. Die tijd is helaas voorbij. Het beeld van onze blije, gelukkige jeugd heeft een knauw gekregen. Dit geldt vooral voor de leeftijd van na de basisschool, maar ook al een klein beetje voor de kinderen onder de 13 jaar. En dat is zorgelijk, heel zorgelijk.

Het dwingt het onderwijs om goed te definiëren waar het eigenlijk in kern om gaat. Met andere woorden; wat is nu eigenlijk precies de taak van een (basis)school? Wat bieden we aan en waarom doen we dat? En hoe organiseren we ons onderwijs precies?
Deze kernvragen staan de komende schooljaren centraal op De Bonte Mol. We buigen ons hierover omdat er een enorm lerarentekort aankomt, maar vooral ook omdat we onze kinderen zo goed mogelijk willen begeleiden in hun ontwikkeling. De kinderen die nu op ons kindcentrum zitten komen over 10-20 jaar in een andere samenleving terecht dan hun ouders. Sommige kinderen gaan beroepen uitvoeren die nu nog niet eens bestaan. Andere kinderen nemen wellicht later het bedrijf over van hun ouders, maar ook dat bedrijf ziet er over 10-20 jaar anders uit dan in 2022.

Tegelijkertijd is er in Nederland een niet-uit-te-leggen verschil ontstaan tussen kinderen die meer praktisch en kinderen die meer theoretisch opgeleid worden. Er is in de loop van de jaren ook een salarisverschil ontstaan tussen deze 2 groepen. Dat is op zich al vreemd, maar nog vreemder is de beeldvorming dat het vmbo en het mbo regelmatig als ‘minderwaardige opleidingen’ weggezet worden. Ik hoop dat die tendens stopt. Liefst morgen of eigenlijk vandaag al.

Ik denk overigens dat dit probleem vanzelf oplost wordt. We kunnen immers helemaal niet zonder een goede stratenmaker, schilder, elektricien, metselaar, timmerman en vrachtwagenchauffeur. Ik denk ook dat zij in de komende jaren een goede boterham kunnen verdienen. En misschien gaat de ontstane schaarste op de arbeidsmarkt ervoor zorgen dat de beroepen die je vooral met je handen én met je hoofd doet weer het aanzien krijgen dat ze verdienen.

Er wordt vaak gesproken over het niveau van het Nederlandse onderwijs. Sommige krantenkoppen openen zelfs met het nieuws dat maar liefst 50% van de kinderen onder het landelijk gemiddelde scoort. Dat klopt. Dat is al zo sinds de allereerste Cito-toets in 1968. Er wordt elk jaar een gemiddelde score vastgesteld op basis van alle gemaakte toetsen. Dat levert een gemiddelde op en vervolgens zit altijd de helft van het aantal kinderen onder dat gemiddelde en de andere helft erboven.

Als ik ouders spreek en vraag wat ze hopen voor hun kind, dan krijg ik eigenlijk altijd ongeveer dezelfde antwoorden. Ouders willen dat hun kind gelukkig is en gezond blijft. Toch gek dat we allerlei vakken op het rooster hebben staan, maar geen vak als ‘hoe word ik gelukkig’ of ‘hoe blijf ik gezond’ en ‘hoe zorg ik ervoor dat we op een prettige manier samenleven’. Natuurlijk pakken we alle kansen die er zijn om het hier op school ook over te hebben, maar dat is niet omdat dit een verplicht vak is.

Ik blijf bestrijden dat ‘de jeugd van tegenwoordig’ lastig is of niets meer leert. De kinderen van nu groeien op in een sterk veranderende samenleving. Van het onderwijs mag verwacht worden dat zij hierop anticipeert. Op onze studiedagen dit schooljaar staan we dan ook nadrukkelijk stil bij de vraag; waar staan we als De Bonte Mol voor. Wat hebben wij in het onderwijs toch een mooie taak! Wij mogen helpen om een nieuwe generatie op te leiden. Een generatie die het anders en hopelijk iets gaat doen dan tot dusver gebruikelijk. En dat is maar goed ook, want zij komen voor problemen en uitdagingen te staan die we nu nog niet kennen. Daar is nieuwe denkkracht voor nodig. Onze jeugd bezit die als geen ander.
Ik heb daar alle vertrouwen in.

 

Fijne herfstvakantie
 

Met vriendelijke groet,
René Venneker

autumnbreak autumnbreak